Slechts vier dagen zijn we in Paramaribo geweest. We logeerden in de Domineestraat; de winkelstraat van Paramaribo, tegenover de McDonald’s. Paramaribo heeft fantastische oude gebouwen die vaak van hout zijn. Ook de grote kerk (kathedraal) is helemaal van hout. In 1885 werd de Petrus- en Paulus kathedraal ingezegend. Bij een grote restauratie in de zeventiger jaren is een belangrijke steunbalk weggehaald. Sindsdien is het gebouw gesloten vanwege instortingsgevaar. Op dit moment zijn er vanuit Nederland weer initiatieven om de kathedraal in oude glorie te herstellen. Daar is veel geld voor nodig. Verder zijn er talloze andere historische gebouwen en kun je een tocht maken op de Suriname rivier. Een bezoekje aan de markt is ook zeker de moeite waard omdat je hier zoveel geuren en kleuren ruikt en ziet.
Ondanks de economische malaise van de laatste jaren zijn de mensen ontzettend vriendelijk en lacht iedereen. Daar kan Nederland, waar het economisch zo goed gaat, nog veel van leren. Op zondagmiddag zoekt iedereen de oevers van de rivier op voor enige verkoeling. Je vindt hier dan een bonte verzameling verkopers, toeristen, “street corner talk” enz. Tijdens de tocht van het vliegveld naar de stad kijk je je ogen uit. De weg is slecht maar de chauffeur weet precies waar de kuilen zitten en remt op tijd.
Suriname is een land waar we zeker nog eens teruggaan.