Awarradam
Vanaf het vliegveld (Djumu) in de binnenlanden is het met een gemotoriseerde korjaal nog ongeveer anderhalf uur varen naar Awarradam. Alle levensmiddelen die zojuist uit het vliegtuig zijn gehaald gaan nu in de korjaal. Het hele dorp helpt mee dragen in een kleurrijke lange sliert richting de rivier. Op de verpakking kunnen we lezen wat we de komende dagen gaan eten.
Awarradam ligt op een eilandje in het dichte regenwoud. Ook hier hadden sommige hutten een huisdier (vogelspin). Je kunt er heerlijk zwemmen en vissen. Er wordt voortreffelijk gekookt! Op een avond zijn wij naar een naburig dorpje geweest. We moesten uiteraard een fles sterke drank meebrengen voor de Granman van het dorp maar toen werden we ook meteen uitgenodigd voor een feest dat aan de gang was in het dorp. Het bleek een feest te zijn om de nabestaanden op te vrolijken van iemand die 14 dagen daarvoor overleden was en daags erna zou worden begraven. Er werd gezongen en gedanst en we kregen onze eigen sterke rum ingeschonken.
De avond voor ons vertrek werd iedereen bij elkaar geroepen en de kok van het dorp deed het woord. Hij vertelde een verhaal over de toenemende druk op het oerwoud. De dieren die steeds verder het woud intrekken. De gevaren van de ontbossing door de houtkap. Hij eindigde met het verzoek om mee te doen in een lied dat iedereen in zijn eigen taal mocht zingen. Het werd “Vader Jacob, slaapt gij nog”.
Achteraf is dit een van de vreemdste, onwerkelijkste ervaringen geweest: het zingen van een kinderliedje met een groot aantal volwassenen in een palmhut midden in de donkere jungle.