Mauritius ligt op het zuidelijk halfrond en toen wij er waren (augustus) was het er dus winter. Toch is er een aangename temperatuur. Aan het eind van de zomer begint het orkaanseizoen. De bevolking op Mauritius is een mix van Hindoes uit India, Creolen uit Afrika, Europeanen en Moslims uit de Arabische landen. Deze leven allemaal vreedzaam naast elkaar. De meeste mensen spreken zowel Engels als Frans.
Wij verbleven in het noorden op een plek die “Pointe aux Cannoniers” wordt genoemd. Dit ligt aan de “Grande Bai”. Vlakbij ligt het dorpje “Trou aux Biches” waar een zee-aquarium te bewonderen is. Hier liggen ook de mooiste stranden en op zondag is het hier gezellig druk. Rond de Grand Bai liggen een aantal hotels en botenverhuurbedrijven en er is een jachthaven. Bij de hotels vind je meestal mooie stranden waar je goed kunt snorkelen.
Het voornaamste middel van bestaan is het suikerriet. Bijna 90% van het eiland staat vol met suikerriet. Op Mauritius kan 4 keer per jaar geoogst worden. Als je in een autootje rondrijdt bevind je je dus meestal tussen “muren” van suikerriet. Dit suikerriet kan wel een hoogte van 2,5 a 3 meter bereiken dus het uitzicht is niet geweldig. In het zuid-oosten van het eiland bevindt zich het enige stukje bos. Hier wonen nog grote groepen apen. Waarschijnlijk heeft Mauritius er, in vroeger tijden, zo uitgezien .
Duiken:
Mauritius is omgeven door een ring van koraalrif. In principe kun je dus overal duiken. Bij de hotels in het noorden van het eiland vind je de meeste duikscholen. De duiksport was (in 1995) nog niet echt ontwikkeld. Wij verbleven in het noorden en we hebben gedoken met duikschool………………. Met een (rubber)bootje gingen we de ruwe zee op en bij de drop-off moesten we onze duikapparatuur aantrekken. Het water was niet echt warm toen wij er waren (ongeveer 24° C) en een pak is wel aan te bevelen. Het zicht was goed, ongeveer 15 tot 20 meter. Helaas was er weinig vis en vonden wij de koralen klein, maar wij zijn wel verwende duikers.