Inmiddels zijn we meerdere keren naar Aruba geweest. Dit is het meest toeristische eiland van de Nederlandse Antillen. Dit komt omdat Aruba langgerekte zandstranden heeft, terwijl de andere twee eilanden van de benedenwinden (Curaçao en Bonaire) dat niet hebben. Langs de stranden vind je dan ook torenhoge hotels. Wij verbleven in het appartementencomplex “Camacuri”, vlakbij het vliegveld. Als je een auto huurt (wat niet goedkoop is) kom je op plaatsen waar je nauwelijks toeristen ziet. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn: “de Natuurlijke brug”;de hoofdstad Oranjestad; de Hooiberg (het hoogste punt van het eiland, waar je een fantastisch uitzicht hebt over het eiland) en de rotsformaties bij Casibari en Ajo.
De Dividivi’s zijn hier mooier dan op de andere eilanden en als je verdwaald bent wijzen deze bomen in de richting van de hotels. Ook een aanrader is “Charlie’s bar” aan de Zeppenfeldstraat in San Nicolas, waar de olieraffinaderij (Lago) staat. Duizenden souvenirs zijn hier achtergelaten door klanten. Je kijkt je ogen uit en je kunt er heerlijk eten.
Duiken kan eigenlijk alleen maar per boot. Het rif is te ver verwijderd van het strand. Er zijn enkele wrakken waaronder dat van een vliegtuig. Verder is de helderheid en temperatuur van het water en de vispopulatie hetzelfde als op de andere eilanden.